Mag ik u voorstellen: Buurvrouw n° 9


De moestuin van buurvrouw n° 9

We nemen als voorbeeld mijn recent aangeworven buurvrouw, buurvrouw n°9 zoals ze vanaf nu genoemd wordt.
Buurvrouw n°9 komt uit Het Stad, bezie dit inderdaad als een geruststelling.
Zelfs voor stadsmeisjes is het mogelijk om een moestuin te beginnen!

Het geluk staat meteen aan de kant van buurvrouw n° 9 want haar tuin bevat -knal in de zon- een moestuin in spé, ttz oud-buurvrouw n° 9 had al een moestuin, een netjes afgemaakte moestuin zoals te zien op bovenstaande foto.
Het enige dat buurvrouw n° 9 moet doen is de bodembedekking (zwarte plastic, erg vooruitziend van oud-buurvrouw n° 9) wegnemen, compost verdelen en een poortje maken, want spijtig genoeg heeft iemand van de buren een graafgrage hond die zich niet laat opsluiten in de anders wel riante tuin van bovengenoemde.

De compost laat buurvrouw n° 9 aan huis leveren, omdat buurvrouw n° 9 het groots ziet bestelt ze meteen twee bigbags.
Later die week zal buurvrouw n° 9 op de groendienst van haar gemeente een compostvat gaan halen om vanaf nu qua compost zelfvoorzienend te worden.
Buurvrouw n° 9 neemt ook een staaltje van de grond om te laten analyseren zodat eventuele tekorten kunnen aangevuld worden en ze weet welke groenten wel en niet kunnen geteeld worden.

's Avonds zet buurvrouw n° 9 zich aan tafel met een goed glas wijn een een blad papier, welke groenten moeten er zeker in haar moestuin?
Omdat buurvrouw n° 9 vruchtwisseling gaat toepassen wordt er aan de hand van dat blad papier beslist uit hoeveel perken de moestuin moet bestaan.
In de vruchtwisseling worden alle groenten ingedeeld in groepen, die groepen worden bepaald door het soort bemesting, de grondbewerking en de familie waartoe ze behoren. Buurvrouw n° 9 moet hier niet haar hoofd over breken want gelukkig bestaan daar boeken over.
Buurvrouw n° 9 komt uit bij vijf aparte groepen en aardappelen. De hoe-wat-waar over vruchtwisseling krijgt hieronder een eigen hoofdstuk, de hoe-wat-waar is nu nog niet heel belangrijk, laten we eerst buurvrouw n° 9 nog wat volgen.

Buurvrouw n° 9 meet haar moestuin en stelt het volgende plan op.

Moestuin n° 9

Ze is hiertoe gekomen door de volgende regeltjes te volgen:
1. Een perk is best 1,2 breed, breder is niet handig omdat je langs beide kanten overal moet aankunnen, of toch minstens tot in de helft zodat er nooit op de perken moet gestapt worden.
2. Een perk moet langs alle kanten bereikbaar zijn.

Wat blijkt? Het geluk staat weer aan buurvrouw n° 9 haar kant want de afmetingen zijn perfect, er is net voldoende ruimte voor zes perken met aan elke kant een paadje.

Omdat buurvrouw n° 9 daar zo euforisch over is vloeit de wijn nog rijkelijker en is het beter om het hier voorlopig even bij te laten.
Stay tuned for more information about How-to-start-een-moestuin-from-scratch en kijk hier voor het toegepaste verhaal van de buurvrouw.

Meer over dit onderwerp.
Aflevering 2: Buurvrouw n° 9 stelt haar moestuinplan samen

Aflevering 2: Buurvrouw n° 9 plant de moestuin

De moestuin van buurvrouw n° 9
Buurvrouw n° 9 zat niet stil, buurvrouw n° 9 stelde haar moestuinplan op zoals u ziet.
Nu ziet dit er vreselijk ingewikkeld uit, maar omdat buurvrouw n° 9 zoals altijd enorm goed voorbereid is deed ze dat in de rapte tijdens het middagdutje van de kleinste.

Omdat het middageten toch al gepasseerd was nam ze een glas wijn, printte ze drie keer dit handig hulpmiddel af en zette zich aan tafel met al het zaad dat ze besteld had, de laptop die op tafel stond stemde ze af op deze lijst.

Bovenaan elk kaartje schreef ze de gewasgroep, dan nam ze elk zakje zaad, keek op de laptop bij welke groep het moest gezet worden, noteerde ook meteen het tijdstip van zaaien en oogsten en de plantafstand.
Veldsla, bladgewassen, zaaien van juni tot september, op rijtjes van 15 cm.
Ajuin, wortelgewassen, zaaien eind maart, begin april, op rijtjes van 25 cm, 10 cm uit elkaar, oogsten in september.
Erwtjes, peulgewassen, zaaien in maart, om de drie cm een erwtje, oogsten vanaf eind juni, enz

Dan dacht ze goed na welke groenten er nog gingen bijkomen, prei want die kan je kopen als plantje, pepertjes van hetzelfde, knoflook, courgette, spruiten, savooikool, komkommer, ... vlijtig noteerde ze alles op haar briefjes. Die briefjes zagen er ongeveer zo uit, maar dan een pak keuriger.

Buurvrouw n° 9 puzzelde al graag als kind, dit kwam nu goed van pas, met de plantafstanden als leidraad tekende ze haar plan. Véél wortels, weinig venkel, meer pastinaak dan bietjes en een plaatsje voor de Nieuw-Zeelandse spinzie tussen de prei. Weldoordacht ging ze te werk, 40 cm tussen twee rijen snijbiet en de helft tussen de postelein. Omdat er 15 cm tussen twee raapjes moet zijn geraken er 8 op de breedte van een perk, is dat voldoende of moet er nog een rijtje voorzien worden? Voor alles was er een oplossing, niet genoeg plaats voor veel radijsjes, geen paniek want op de plaats voorzien voor savooikolen staat toch niks tot in de vroege zomer, dan zijn de radijzen al lang op. Maar plaats voor één rijtje snijbiet, geen probleem dan wordt dat wat dichter gezaaid en uitgedund, de plantjes die tijdens het uitdunnen worden uitgetrokken kunnen ook gegeten worden.
Jaja, buurvrouw n° 9 doet dat goed!

Buurvrouw n° 9 heeft zelfs een schriftje speciaal voor De Moestuin, eens zien of we dat te pakken kunnen krijgen.
Ooo buurvrouw n° negeuhh?

Meer over vruchtwisseling
Vorige aflevering: Buurvrouw n° 9 gaat moestuinieren

Het toegepaste verhaal

Wanneer?
Een moestuin beginnen kan altijd, afhankelijk van de wanneer zijn er wel andere handelingen nodig.
Herfst en winter: Het ideale moment omdat je nog veel tijd hebt om na te denken, als je start op een plaats waar gras of onkruid groeit kan je de grond bedekken met karton met daarop compost of bladeren, wel eerst de begroeïng maaien en afvoeren.
Het karton en de bladeren houden het licht tegen en het onkruid er onder verstikt. De wortels beginnen te rotten en de wormen en andere beestjes doen de rest.
In het vroege voorjaar haal je de niet verteerde kartonresten weg zodat de grond kan opwarmen.
Lente: Nu komt er wel spitten aan te pas als er gras of andere gewassen groeien, spit de grond om en werk er met dezelfde moeite compost onder.
Zomer: Zelfs in de zomer is het nog niet te laat, bekijk welke dingen je nog kan zaaien/uitplanten en geef de andere perken een herfst/winterbehandeling.

Grootte?
Alles kan, maar zet in een inieminietuintje geen courgette of pompoen want dan staat alles vol.
Denk 3D, laat erwten omhoogklimmen tegen maïs, zaai prei in een zigzag en plant daartussen de sla, tomaten, pepertjes en paprika's kunnen perfect in een pot op het terras.
Een grote tuin is uiteraard meer werk, maar biedt ook meer mogelijkheden.

Wist je dat een moestuin van 40m², goed voor een gezin van 1 volwassene en 2 kinderen, tot 960 euro (winkelwaarde) aan groenten per jaar kan opbrengen (*)? Trek je daar de investering aan tuinmateriaal, zaden en plantgoed af, dan heb je zo’n 800 euro winst over. Bovendien houdt een moestuin je fit. Reken voor een tuin van 40m² op een half tot één uur werk per dag, tussen april en juni; op jaarbasis kom je makkelijk aan 200 uren. En al die tijd ben je in de gezonde buitenlucht, doe je onbewust 101 lichaamsoefeningen en hou je je kinderen actief bezig. En dat, terwijl de inspanning niet groter is dan een rustig rondje fietsen.
(*) Studie van VELT, Vereniging voor Ecologisch Leven en Tuinieren

Perken?
Ik ben al in de prachtigste tuinen geweest waar alles zomaar wat door elkaar lijkt te staan en waar van perken duidelijk geen sprake is.
Perken zorgen voor mij voor structuur, per gewasgroep een of meerdere perken die allemaal even groot zijn zorgt er voor dat je jaarlijks dezelfde hoeveelheden kan zaaien en oogsten.

Waar?
De meeste groenten houden van een plaatsje in de zon, zoek de plaats in je tuin met de meeste zonne-uren.
De groenten die meer van schaduw houden kan je naast hogere groenten zetten die dan voor schaduw zorgen.

Vruchtwisseling?
Wil je ecologisch gaan tuinieren is vruchtwisseling een logische manier om je moestuin in te delen.
Ecologische tuiniers gebruiken nl geen gif en moeten er daarom voor zorgen dat ze geen ziektes in de tuin krijgen.
Dit klinkt veel moeilijker dan het is.
Onze grootouders gebruikten uiteindelijk ook geen gif en tuinierden veel intensiever dan wij waarschijnlijk ooit zullen doen.
Hier heb ik al eens verteld over vruchtwisseling.

Wat is vruchtwisseling, een samenvatting

Er zijn een paar dingen die buurvrouw n° 9 nog moet weten voor ze kan beginnen plannen, de ruimte heeft ze al nu nog now how van de how to.

Nu heeft buurvrouw n° 9 twee kinderen en een voltijdse vaste job en leest ze op vrijdagnamiddag nog altijd de weekendkrant wegens Geen Tijd en bijgevolg alleen tijd voor samenvattingen.
Check!

Vruchtwisseling voor de Werkende Mensch door Mme Zsazsa
Theorie
Alle groenten kunnen ingedeeld worden in 5 groepen die op dezelfde manier behandeld worden nl. de grondbewerking en het soort en de hoeveelheid van bemesting.
Elk jaar staan deze groepen op een ander perceel in de moestuin.
Omdat groenten van dezelfde familie jaarlijks beter niet op hetzelfde perceel staan komen ze samen in een van de vijf groepen.
Die groepen moeten dan weer in een bepaalde volgorde op elkaar volgen want sommige groenten laten een goede bodemstructuur na en andere niet. De planten die makkelijk door onkruid overmand worden worden afgewisseld met planten die goed het onkruid onderdrukken. Groenten die veel stikstof nodig hebben volgen op groenten die veel stikstof afscheiden. Enzovoort en zo verder.
Kijk hieronder welke groenten tot dezelfde groep behoren.


De volgorde
vruchtwisselingIn deze volgorde volgen de gewassen elkaar op, dit is jaar één, jaar twee komen de bladgewassen op het perceel van de koolgewassen, de koolgewassen gaan naar het perk van de peulgewassen, de peulgewassen gaan naar het perk van de aardappelen, de aardappelen gaan naar het perk van de wortelgewassen die naar het perk van de vruchtgewassen gaan enz. Alles schuift één plaats omhoog dus, dit jaar na jaar na jaar.













DE VERSCHILLENDE GEWASSEN

Koolgewassen -> BroccoliGroep 1: De koolgewassen
Bemesting: Elk jaar veel compost
Voorbeelden: Rode-, witte-, bloem-, savooie- en Chinese kool, spruitjes, knolselder, broccoli, raapjes, radijzen, raapstelen en al de rest met kool in de naam.
Extra: Kolen worden vaak niet zelf gezaaid maar als plantgoed gekocht, broccoli, spruiten en chinese kool zijn makkelijker op te kweken uit zaad.








Bladgewassen -> Sla en preiGroep 2: De bladgewassen
Bemesting: Veel compost.
Voorbeelden: Alle soorten sla, zuring, prei, andijvie, postelein, spinazie, warmoes, selder, kervel, ...
Extra: Heb je niet genoeg ruimte voor vijf of zes perken dan kan je de bladgewassen bij op de andere perken zetten.
Bladgewassen moeten eigenlijk geen apart perceel hebben doordat ze allemaal tot verschillende families behoren en verschillende compostbehoeftes hebben. Je kan dus gewoon de sla bij de kolen, de veldsla tussen de erwten en de rucola naast de wortels zetten. Bladgewassen kan je ook als voor-en nateelt zetten.


Vruchtgewassen -> CourgetteGroep 3: De vruchtgewassen
Bemesting; Veel kompost of stalmest
Redelijk wat vruchtgewassen moeten in een serre gekweekt worden, de vruchtgewassen die met gemak buiten geteeld kunnen worden zijn: pompoen, courgette, sommige tomaten en maïs.
Extra: Tomaat, courgette en mais kunt u in de loop van het seizoen nog een keer bijmesten met compost of mest.








Wortelgewassen -> Rode bietGroep 4: De wortelgewassen
Bemsting: Geen
Wortelgewassen groeien zonder compost, ze halen de restjes van de vorige jaren uit de grond en dat is voldoende.
Voorbeelden: wortelen, pastinaak, venkel, schorseneer, rode biet, ui en knoflook.
Extra: De grond moet diep losgemaakt zijn, anders krijg je korte wortelen.
Om de wortelvlieg te vermijden worden wortelen altijd in combinatie met gewassen uit de lookfamilie gezaaid, zaai dus een rijtje wortelen naast een rijtje look/ui/sjalot.





Peulgewassen -> TuinbonenGroep 5: De peulgewassen
Bemesting: Geen
Voorbeelden van peulgewassen zijn: erwt, peul en boon.

Compost, een stappenplan

compost

Stap 1
-Maak de moestuin onkruidvrij.
Door de grond zo vroeg vrij te maken geef je hem de kans om deftig op te warmen wat het kiemen na het zaaien binnen een maand ten goede komt.

Stap 2
-Verdeel al de compost van composthoop A over de compostminnende perken, kolen, blad-, vruchtgewassen.
Ga er met je handen door, gooi de onverteerde stukken en takken in composthoop B en wrijf de kleinere stukken fijn.

Stap 3
-Werk de compost oppervlakkig door de aarde zodat de perken tegelijk verlucht worden.
Door de grond nu vrij te maken en te bemesten geef je het bodemleven de tijd om de mest om te zetten in voedingsstoffen.
De grond moet niet mooi plat liggen, in een mooi egaal perk hebben onkruidzaden meer vat dan in grof bewerkte grond.

Stap 4
-Breng alles van composthoop B naar composthoop A en voeg geen nieuw afval toe, dit wordt de compost voor volgend jaar.
-Gooi al het onkruid en de verdorde plantenresten die je in stap 1 hebt verzameld bij -de nu lege- composthoop B, voeg eventueel wat paardenmest toe en gooi hier vanaf nu al je groenteafval.


Wat kan allemaal op de composthoop?
Keukenafval (alleen verse groenten, geen gekookte dingen of vlees), tuinafval droog (takjes) of hele natte dingen (grasmaaisel) nooit in grote hoeveelheden, onkruid, bladeren, snoeiafval, ... alles wat ooit plant was.
Altijd in laagjes, geen heel gazon of snoeiafval van een grote haag per keer.